Antwerpen, 19 juni 2024 - Sinds het begin van de eeuwwisseling zien we jaar na jaar een toename van het aantal nieuwe ondernemers. Tijdens het coronajaar 2020 was die stijging beduidend minder, maar dat werd ingehaald in 2021. Gevolg: 2022 werd een eerste jaar waar we ten opzichte van het jaar voordien een daling van het aantal starters noteerden. Het afgelopen jaar 2023 knoopt terug aan met de langetermijntrend. Opnieuw noteren we op federaal niveau, met 120.478 oprichtingen die beantwoorden aan de KMO-definitie, een recordjaar.
Maar toch: trekken we de trendlijn sinds 2020 en vergelijken we die met de systematische aanwas van méér dan 5% op jaarbasis gedurende de jaren voordien, dan zwakt die groei van het aantal starters af. Zo meten we van begin 2020 tot en met einde 2023 een relatieve aanwas van het aantal starters met 12,82% over vier jaar terwijl dat in de periode 2016-2019 18,85% bedroeg.
Lage nettogroei alarmerend
Omgekeerd telden we in 2023 ook 101.973 eenmanszaken en vennootschappen die hun activiteiten hebben stopgezet. Netto betekent dat een aanwas van 18.505 ondernemingen. Op een totaal van 1.266.027 ondernemingen op 1/1/2024 noteren we zo een nettogroei van het aantal ondernemingen met 1,46%. Dit is het laagste verhoudingscijfer sedert 2014 (toen 0,27%), een jaar dat duidelijk nog gebukt ging onder de naweeën van de double-dip crisis. We noteren zelfs een netto-daling van de populatie binnen sectoren als horeca, detailhandel, groothandel en industrie. De grootste netto-aanwas zien we binnen de typische dienstensectoren zoals die van de adviesbureaus aan ondernemingen.
Die geringe nettogroei gecombineerd met de negatieve evolutie in verschillende sectoren moet leiden tot een duidelijk alarmsignaal richting onze overheid en onze volgende regeringen in het bijzonder. In een tijdsgewricht waar schokresistentie steeds belangrijker wordt én de al te grote afhankelijkheid van Europa duidelijk in vraag wordt gesteld, is het afkalven van sectoren die typisch de ruggegraat uitmaken van ons Belgisch en Europees economisch KMO weefsel én de industriële sectoren ronduit alarmerend. Bovendien bepaalt de nettogroei van nu de toekomstige groei van onze werkgelegenheid. Op langere termijn zal een verdere trendbevestiging ter zake automatisch uitmonden in een geringere aanwas van het jobaanbod.
Het goede nieuws
Van alle nieuw opgerichte ondernemingen in 2019 is vijf jaar later (eind 2023) nog 65,2% actief. Daarmee wordt terug aangeknoopt bij de cijfers van voor de coronacrisis.
Elke nieuwe onderneming creëert minstens een job voor de nieuwe ondernemer én een inkomen voor zijn/haar/X gezin. Van alle nieuw opgerichte ondernemingen in 2023 nam bovendien 7,2% datzelfde jaar minstens één medewerker in dienst. 6,4% nam 1 tot 4 medewerkers in dienst en 0,8% zelfs 5 medewerkers of meer. Wel valt op dat binnen het Vlaamse en Brusselse Gewest het aandeel starters dat binnen het jaar personeel tewerkstelt beduidend lager ligt dan in Wallonië. Nochtans meten we in Wallonië verhoudingsgewijs met de bevolking beduidend minder oprichtingen. In Vlaanderen heeft 6,4% van de starters in 2023 in datzelfde jaar minstens één medewerker aangeworven. In het Brusselse Gewest is dit 6,5% en in Wallonië 8,4%.
Trendbreuken
Trendbreuken zijn er wel degelijk. Zo zien we in 2023 verhoudingsgewijs een stijging van het aantal mannen dat een zaak opricht. Met 61,67% mannelijke oprichters noteren we het hoogste cijfer van het afgelopen decennium. Een evolutie die behoorlijk contra-intuïtief en even contra-evolutief aanvoelt. Zeker in het kader van de grote ESG transitie waar onze maatschappij voorstaat en waar een belangrijk accent ligt op de realisatie van Sustainable Development Goal 5 (gendergelijkwaardigheid). Ook hier zien we een aandachtspunt voor onze volgende besturen.
Download hieronder de Startersatlas 2024 voor alle details, trends en bevindingen.