Afgelopen maand oktober telden we op federaal niveau 997 faillissementen. Ten opzichte van oktober verleden jaar is dat een stijging met +1,94% en het hoogste cijfer van de afgelopen vier jaar. Toch is dat nog ver onder de soms beduidend hogere cijfers die we tussen 2013 en 2019 moesten noteren.
We meten binnen het Vlaams Gewest een stijging ten opzichte van oktober verleden jaar met +0,55%, in Wallonië met +7,49%. Binnen het Brusselse Gewest noteren we een daling van het aantal faillissementen met -6,53%. Hiermee worden de trends die we sedert begin dit jaar zien, bevestigd.
De sterk stijgende trend binnen de provincie Vlaams-Brabant (+49,35% in oktober) blijft opvallen. Maar, daar waar de sterke stijging zich de eerste drie trimesters vooral binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde concentreerde, zien we voor de maand oktober, jaar op jaar vergeleken, nu ook een stijging van +50% in het arrondissement Leuven, naast alweer +49,02% in het arrondissement Halle-Vilvoorde. In beide arrondissementen meten we absolute oktoberrecords.
Over de eerste 10 maanden van dit jaar meten we nu 8.813 ondernemingen in faling. Dat zijn er 639 meer dan over dezelfde periode verleden jaar (+7,82%). Maar ook hier blijven de cijfers onder de niveaus van voor 2020.
Anders is het gesteld binnen het Vlaamse Gewest waar met 5.201 uitspraken (+9,77%) de absolute records die we de vorige maanden reeds noteerden, worden bevestigd. De provincie Vlaams-Brabant spant de kroon met een stijging naar 946 uitspraken (+344 faillissementen, stijging +57,14%). Hiervan noteren we er 284 in Leuven (+22,41%) waar we enkel in 2019 een hoger cijfer noteerden. Met de 662 uitspraken binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde (+292 faillissementen, stijging +78,92%) worden echter absolute records gebroken. Dit arrondissement, waar de Nederlandstalige kamer van de Brusselse Ondernemingsrechtbank over bevoegd is, staat zo in voor 45,7% van de stijging die we op federaal niveau meten en voor 63% van de stijging binnen het Vlaamse Gewest.
Op de provincie Antwerpen na zien we in elke provincie belangrijke stijgingen ten opzichte van dezelfde periode verleden jaar. In de meeste gevallen kunnen we gewag maken van een terugkeer naar de pre-corona cijfers uit de periode 2018-2019.
We zien een steeds duidelijkere accentverschuiving van faillissementen richting jongere ondernemingen. Zo zagen we (telkens over de eerste tien maanden van het jaar) op federaal niveau vanaf 2014 een geleidelijke daling van het aandeel van de ondernemingen jonger dan 5 jaar naar 33,61% in 2021. Vanaf 2022 zien we weer een stijging van dat aandeel naar 41,35%. Dit wordt extra benadrukt binnen het Vlaamse Gewest waar nu maar liefst 46,67% van alle gefaalde ondernemingen een anciënniteit heeft van minder dan 5 jaar. Het is een verhouding die we de afgelopen halve eeuw nooit eerder waarnamen. Dit terwijl we zowel binnen het Brusselse als het Waalse Gewest veeleer gewag kunnen maken van normale verhoudingen.
De tendensen die we al geruime tijd vaststellen binnen de bouwsector blijven standhouden. Met 1.797 faillissementen tijdens de periode januari-oktober meten we immers opnieuw een absoluut record. De toename van het aantal faillissementen binnen de sector concentreert zich vooral binnen de provincies Vlaams-Brabant en Luik, al noteren we ook in de meeste andere provincies stijgingen.
Hoewel de aanzienlijke stijging in Vlaams-Brabant voornamelijk het gevolg is van de bestrijding van frauduleuze ondernemingen, spelen er ook andere factoren. De stijgende kosten van bouwmaterialen zetten marges onder druk. In de mate waarin deze kosten kunnen doorgerekend worden, zorgt de combinatie met stijgende rentetarieven daarnaast voor een aanzienlijke daling van de vraag.
Binnen de horeca meten we een toename van het aantal faillissementen van +18,41% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Binnen deze sector zijn het vooral de eetgelegenheden die het zwaar te verduren hebben. Allicht een gevolg van de stijgende energiefactuur en loonkosten. Maar ook de voedingsprijzen die blijven pieken zetten de marges binnen de sector verder onder druk en zorgen voor voorzichtiger consumentengedrag.
Ook het absoluut record binnen de transportsector blijft standhouden met 540 uitspraken tijdens de januari-oktober periode, een stijging van +12,27% tegenover dezelfde periode vorig jaar. In Wallonië is deze stijging met +31,03% aanzienlijk sterker dan in Vlaanderen (hoewel we in beide regio’s een absoluut record meten). Dat de stijging opvallend hoger is in Wallonië is allicht het gevolg van de aard van de bedrijven binnen de sector in deze regio. Het gaat immers vaker om kleinere bedrijven die minder robuust zijn en waarvan de weerstand tegen zwaar weer doorgaans zwakker is.
Download hieronder de volledige studie met alle cijfers en bevindingen.