Artikel 36 lid 2 van de Invorderingswet schrijft voor dat de melding schriftelijk dient te geschieden direct nadat is gebleken dat de vennootschap niet tot betaling van de verschuldigde belasting in staat is. Maar wanneer is een vennootschap niet in staat tot betaling van de verschuldigde belasting? Is dit al op het moment dat zich tijdelijk een liquiditeitsprobleem voordoet of juist indien betaling blijvend onmogelijk is?
Vooropgesteld dient te worden, dat van betalingsonmacht niet alleen sprake is in geval van de situatie dat betaling blijvend onmogelijk is. Ook bij een situatie dat de vennootschap tijdelijk niet in staat is aan haar betalingsverplichtingen te kunnen voldoen maar in redelijkheid wel verwacht hier uiteindelijk alsnog aan te kunnen voldoen.
Ook kan sprake zijn van betalingsonmacht wanneer de vennootschap, ondanks dat zij over voldoende liquide middelen beschikt om de belastingschulden te voldoen, in verband met haar overige verplichtingen de gelden niet aanwendt voor de voldoening van haar belastingschulden maar voor haar overige verplichtingen.
U dient uw betalingsonmacht te melden wanneer één van de genoemde situaties zich voordoet.